Belgisch militair ereveld

Na de val, in oktober 1914 van de vesting Antwerpen weken ca. 33.000 Belgische militairen uit naar Nederland. Zij werden geïnterneerd en ondergebracht in een aantal plaatsen waaronder met name, Amersfoort en Harderwijk. Aan het einde van de oorlog lagen er op de Algemene begraafplaats van laatstgenoemde stad zesendertig Belgen begraven, het merendeel overleden aan de Spaanse griepepidemie van 1918-‘19. Op 28 september 1963 werd het huidige ereveld officieel door de Belgische ambassadeur in Nederland geopend, nadat de elders in Nederland overleden Belgische militairen hier waren bijgezet. Er staan nu 225 grafstenen en op het herdenkingsmonument, achteraan op het ereveld, staan de namen van 124 doden vermeld die niet konden worden herbegraven. De meeste graven zijn gedolven voor griepslachtoffers. Op de stenen staan evenwel ook de namen van J.L. Boeykens, P. Deherdt, P.F. Desmedt en C.C. Devrieze, Belgische militairen die, gezien plaats en datum van overlijden omkwamen tijdens een opstand in Zeist op 3 december 1914, een opstand die door Nederlandse bewakingstroepen met geweld werd neergeslagen. Behalve een aantal graven van Belgische vrouwen en kinderen, elders op het kerkhof bevindt zich daar ook het graf van een Nederlands meisje dat indirect slachtoffer werd van de oorlog. Onder een grafmonument in de vorm van een half afgezaagde boom ligt het stoffelijk overschot van de zesjarige Woutje van de Velde. Zij was slachtoffer van een door een geïnterneerde Belgische militair in januari 1917 gepleegd zedenmisdrijf.

BRON TEKST

De tekst is afkomstig uit de publicatie Tastbare herinneringen 1914-1918. Uitgave: Western Front Association Nederland , 2008 Samenstellers: Marius van Leeuwen, Alfred Staarman.

Foto: Marius van Leeuwen

Gemeentelijke begraafplaats, Oosteinde 12, Harderwijk

Zie ook