Tijdens en na de gevechten rond Antwerpen in september 1914 weken ongeveer een miljoen Belgen uit naar Nederland. Onder hen waren tienduizenden militairen. Burgervluchtelingen keerden na verloop van een paar maanden vrijwel alle weer naar huis maar Nederland was als neutraal land, verplicht te voorkomen dat militairen van vreemde nationaliteit weer aan de strijd konden deelnemen en moest deze dus voor de duur van de oorlog interneren. Het ging hierbij om grote aantallen mensen, in totaal bijna 50.000 waarvan verreweg de meesten, 33.105 personen, Belgen waren. Het was de taak van het Nederlandse leger de geïnterneerden te bewaken, te huisvesten, te kleden, te voeden en medisch te verzorgen. Grote interneringskampen bevonden zich in Gaasterland, Harderwijk en Zeist. Deze internering van buitenlandse militairen was één van de meest tijdrovende ‘neventaken’ van de Nederlandse krijgsmacht in de periode 1914-1918. Duizenden militairen werden ingezet om de interneringskampen te bewaken en ontsnapte geïnterneerden op te sporen. In juli 1915 waren er al 1.600 ontsnapt, terug naar België of richting Groot-Brittannië. Aan het eind van de oorlog was dit aantal tot bijna 3.000 opgelopen. Een apart probleem vormde een groep van 7.000 Belgische militairen die in burger de grens was overgekomen, in de hoop internering te ontlopen en als vluchteling te worden aangemerkt. Toen de meeste vluchtelingen spoedig weer naar België werden gedirigeerd wilden zij alsnog geïnterneerd worden omdat ze bij terugkomst door de Duitsers vermoedelijk krijgsgevangen zouden worden gemaakt. De Nederlandse opperbevelhebber generaal Snijders was streng. Niet in uniform over de grens betekende geen internering. ‘Een interneeringsdepot is geen filantropische inrichting’, liet hij desgevraagd weten. De Belgen gingen terug. Zes geïnterneerde Belgische officieren werden tijdens hun verblijf in Nederland door de Belgische regering ontslagen. Zij zouden zich al te gemakkelijk aan de strijd hebben onttrokken. In december 1914 braken er in het kamp Zeist rellen uit. De Belgen kwamen in opstand tegen de kampleiding en protesteerden tegen de miserabele leefomstandigheden. De kantine werd gesloopt en de biervoorraad geplunderd. Acht Belgen werden door Nederlandse bewakers gedood en achttien raakten zwaargewond. Belangrijkste oorzaak van de ontevredenheid bij de Belgen was de geringe bewegingsvrijheid van de kampbewoners, een beperking die weer te maken had met de veelvuldige vluchtpogingen. De leefomstandigheden werden gaandeweg wel verbeterd. Zo werd gezinshereniging toegestaan met als gevolg dat er hele ‘gezinsdorpen’ naast de interneringskampen ontstonden. Ook mochten geïnterneerden die beloofden niet te zullen ontsnappen, gaan werken. Dit gebeurde onder andere in de Limburgse mijnen. De bouw van het enorme monument in Amersfoort veschafte ook vele Belgen werk.

Het Centraal Beheer der Werkscholen voor Belgische geïnterneerde Soldaten stelde in 1916 het gemeentebestuur van Amersfoort voor om een gedenkteken op te richten ‘als hulde aan het Nederlandsche volk voor de her-opbeuring en de gastvrijheid, die de Belgische geïnterneerden en vluchtelingen zo edelmoedig is bedeeld gedurende den grooten oorlog’. Op 10 oktober 1916 aanvaardde de Amersfoortse gemeenteraad het aanbod. Het monument werd gebouwd onder leiding van de Belgische architect Huib Hoste uit Brugge die tijdens de oorlog in Soesterberg verbleef.

Door de na WO I verslechterde verhoudingen tussen beide landen kon het monument pas in 1938 officieel en in aanwezigheid van koningin Wilhelmina en koning Leopold III worden onthuld. Op de gedenkplaat is de volgende tekst aangebracht: ‘als getuigenis der dankbaarheid van het Belgische volk voor de edelmoedige hulpvaardigheid aan de Belgische uitgewekenen gedurende den Wereldoorlog 1914-1918 door het Nederlandse volk bewezen’.

Oorspronkelijk was in het hoofdgebouw een klein museum voorzien maar daar is het nooit van gekomen.

Bron

  • Roodt, Evelyn de, Oorlogsgasten: vluchtelingen en krijgsgevangenen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog. Zaltbommel 2000
  • Staarman, Alfred, Verre van Vredig. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog1914-1918. Delft 2004

Bron tekst

De tekst is afkomstig uit de publicatie Tastbare herinneringen 1914-1918. Uitgave: Western Front Association Nederland , 2008 Samenstellers: Marius van Leeuwen, Alfred Staarman.

Foto: Marius van Leeuwen

Belgenmonument, Belgenlaan, nabij Stichtse Rotonde, Amersfoort

Zie ook