Jeanine van den Heuvel waagde zich aan de dikke pil ‘De Geschreven Oorlog’. 366 teksten die ooggetuigen van WO1 schreven tussen 1914 en 1940 en vertaald uit vijf talen samengesteld door het In Flanders Fields Museum.

door Jeanine van den Heuvel (EersteWereldoorlog.nu)

teksten uit Wo1

In Nederland lijkt de collectie gepubliceerde teksten uit en over de Eerste Wereldoorlog soms ondergesneeuwd vergeleken bij de Tweede Wereldoorlog. Toch zijn ze er, en het zijn er zelfs heel veel. In De Geschreven Oorlog brengen vier medewerkers van het In Flanders Fields museum allerlei geschriften uit de Eerste Wereldoorlog bij elkaar en scheppen zo een prachtig beeld van deze omvangrijke oorlog. Alle teksten in het boek zijn primaire bronnen, wat inhoudt dat alle auteurs ooggetuigen van de oorlog waren. De soorten verschillen echter: zo vallen hieronder romans, dagboeken, brieven, (militaire) verslagen en meer. Alle vormen van egodocumentatie tellen mee.

De cover van het boek

Bloemlezing

Het boek is chronologisch ingedeeld en begint bij 1914. Elk oorlogsjaar vormt een afzonderlijk hoofdstuk, wat het boek overzichtelijk maakt. Door het hele boek heen vertelt een breed scala van mensen hun verhaal over de Eerste Wereldoorlog. Al deze bronnen worden geïntroduceerd met een kort verhaal over de auteur en de fase van de oorlog op het moment van schrijven, wat de lezer helpt om de verhalen in de context te kunnen plaatsen. De stukken zijn vaak fragmenten uit grotere (dag)boeken, maar niet altijd.

veel auteurs

Vrijwel alle bronnen zijn opgetekend tijdens de oorlog en later gepubliceerd. Enkele zijn echter ook pas later opgeschreven, zoals bijvoorbeeld het verhaal van Eric Hisock, een Britse zeiler. Voor dit soort bronnen hebben de schrijvers twee aparte hoofdstukken gereserveerd. In het boek staan brieven van soldaten aan het front, maar ook teksten van zusters die een dagboek bijhielden tijdens de oorlog. Het bekendste voorbeeld hiervan is Vera Brittain, een Britse verpleegster, van wiens werk ook delen zijn opgenomen is in het boek.

Er is echter niet alleen aandacht voor soldaten en verpleegsters, ook schrijvers komen voor. Zo kreeg Louis Ferdinand Céline, auteur van het beroemde oorlogsboek Reis naar het einde van de nacht,  een plekje, evenals Marcel Proust. Fictie en non-fictie lopen hiermee door elkaar heen.

Een nieuwe uitgave van Vera Britain's 'Testament of Youth' dat zij schreef in de Eerste Wereldoorlog en uitkwam in 1933

historische figuren

De auteurs weten de oorlog op veel verschillende wijzen te belichten door deze diversiteit. Ook plaatsen ze een aantal bekende figuren in de historische context. Een voorbeeld hiervan is de Duitse filosoof Edmund Husserl. Zijn zoon vocht mee in de Eerste Wereldoorlog en raakte daar gewond. In het boek staat een brief die zijn vrouw, namens hem, naar collega Johannes Daubert stuurde over de verwondingen van hun zoon Wolfgang en de angst die de twee ervoeren toen hij gewond raakte.  Dit laat zien hoe de oorlog impact had op iedereen: van intellectueel die thuis zat, tot frontsoldaat.

Diversiteit

Deze diversiteit is tegelijk de kracht en zwakte van het boek. De auteurs hebben enorm hun best gedaan om een zo breed mogelijk beeld van de oorlog te scheppen, door veel verschillende stemmen aan het woord te laten. Dit maakt het zo nu en dan ook onoverzichtelijk. Het is soms niet helemaal duidelijk waarom de samenstellers juist voor deze bron gekozen hebben. Was dat omdat de bron beschikbaar was in het In Flanders Fields museum of is er bewust een keuze gemaakt om bepaalde bronnen wel mee te nemen en andere niet? Dat bekende figuren als Louis Ferdinand Céline voorkomen is begrijpelijk, maar er zijn ook enkele onbekende soldaten wiens werk niet gepubliceerd is. Wat maakt dat juist deze bronnen gekozen zijn door de auteurs?

Louis Ferdinand Céline in 1915. Bron: onbekend

menselijkheid

De kracht is anderzijds de menselijke kant van de oorlog die het boek toont. De persoonlijke verhalen en ervaringen van grote figuren als Husserl, maar ook van onbekende soldaten, brengen de Grote Oorlog dichtbij. Door de enorme variatie in perspectieven en opvattingen op en over de oorlog wordt duidelijk dat de verschillende partijen geen oorlogsmachines waren, maar mensen die vaak niet eens in de oorlog wilden vechten. Het boek geeft zo een stem aan allen die leden onder de Eerste Wereldoorlog en brengt deze oorlog op indringende wijze dichtbij.

Boekinformatie

In Flanders Fields Museum, De geschreven oorlog (De Bezige Bij, 2016) 1024 blz., ISBN 978-90-234-9989-3

Bij het boek is ook een tentoonstelling georganiseerd in het In Flanders Fields Museum over de teksten. Deze tentoonstelling is verlengd tot 26 maart 2017.

Meer informatie