Deze Fransen, afkomstig uit de door de Duitsers bezette gebieden waren op de vlucht geslagen voor de oprukkende, geallieerde legers. Ze werden opgevangen in Rotterdam en Limburg. Omdat het interneringskamp in Zeist niet meer werd gebruikt kon dit dienst doen als opvang voor de Franse vluchtelingen. Tussen 25 oktober 1918 en half januari 1919 verbleven hier duizenden vluchtelingen. Na hun vertrek kon een trieste balans worden opgemaakt. In het kamp bleken er, binnen 50 dagen, van elke 1.000 vluchtelingen gemiddeld 75 te zijn gestorven tegen het landelijke gemiddelde van 46 per 1.000 per 365 dagen, één jaar. Onder de gestorvenen bevonden zich veel kinderen die stierven aan besmettelijke ziekten zoals mazelen en difterie. Ook was een groot aantal ouderen gestorven doordat ze verzwakt waren tijdens hun reis vanuit Noord-Frankrijk naar Nederland. Het sober bewerkte monument is van hardsteen en bestaat uit een hoge opstand in het midden met daarin een kruis verwerkt. Ter weerszijden zijn lagere, rechthoekige tekstplaten die aan het eind door penanten worden afgesloten. In de dwarsarm van het kruis zijn de woorden IN MEMORIAM te lezen terwijl aan de voet van het kruis de volgende tekst is opgenomen: AUX RÉFUGIÉS FRANÇAIS MORTS AUX PAYS-BAS 1914-1918. De twee tekstplaten aan weerszijden bevatten de namen van 98 Fransen. Het monument is gemaakt door A. le Jeune, steenhouwer in Maastricht. Een soortgelijk monument staat in Weert.

BRON

BRON TEKST

De tekst is afkomstig uit de publicatie Tastbare herinneringen 1914-1918. Uitgave: Western Front Association Nederland , 2008 Samenstellers: Marius van Leeuwen, Alfred Staarman.

Foto: Darinka Schilstra

Rooms-katholieke begraafplaats Carolus Borromeus, Rademakersstraat, Soesterberg

Zie ook