Wilhelmina, koningin voor het volk

Koningin Wilhelmina voelde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog nog meer betrokken bij het Nederlandse volk dan voor die tijd. Ze wist precies welke rol zij als koningin wilde spelen: die van een empathische leider. De kranten uit die tijd berichtten over haar activiteiten. Welk beeld laten zij zien van de vorstin?

Wilhelmina kwam jong op de troon
Wilhelmina werd in 1880 geboren. Haar vader Willem III overleed in 1890, toen Wilhelmina tien jaar was. Haar moeder, koningin Emma, nam daarom acht jaar lang het koningschap als regentes waar. Willem III had zich tijdens zijn veertigjarige bewind niet echt geliefd gemaakt bij het volk. De nuchtere en pragmatische Emma had zich ingespannen om de populariteit van het koningshuis terug te winnen. Daarom gingen koningin-moeder en de jonge koningin vaak op werkbezoek door het land. Wilhelmina kwam in 1898 op achttienjarige leeftijd op de troon.

Uit: De Grondwet, 25 april 1916

De rol van Hare Majesteit voor Wilhelmina
Wilhelmina zette de koers van Emma voort. Zij hechtte grote waarde aan een goede relatie met het volk. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog besefte zij dat ze als vorstin van Nederland een strikt pro-Nederlandse houding moest aannemen. Omdat zij getrouwd was met de Duitse prins Hendrik van Mecklenburg wilde zij voorkomen dat ze verdacht zou worden van een pro-Duitse gezindheid. Haar doen en laten konden ernstige consequenties hebben voor de Nederlandse neutraliteit. Dit beperkte haar bewegingsvrijheid. Dit belette haar niet om de rol te spelen die zij ambieerde: die van hoedster van het volk en vorstin van de soldaten.

Dit schreef koningin Wilhelmina in haar memoires Eenzaam maar niet alleen:

‘Was het een wonder, dat mijn bezorgdheid groot was en dat in mijn hart het besef ontwaakte, dat ons volk een diepe behoefte had aan leiding, aan meevoelende, begrijpende leiding?(…) Even plotseling als de oorlog op onze weg verschenen was, stond ik voor de plicht die leiding te geven, of beter gezegd, die leiding van mij te doen uitgaan.’

Uit: Nieuwsblad van Friesland, 31 december 1915

Berichtgeving over de koningin
In de periode 1914–1918 waren de kranten verreweg het belangrijkste massamedium. Radio en televisie bestonden nog niet, de publiekstijdschriften waren in opkomst. De beeldvorming over Koningin Wilhelmina werd voor een belangrijk deel bepaald door hoe de kranten over haar schreven. In het verzuilde Nederland deden de kranten dat ieder vanuit hun eigen achtergrond.

Uit: Nieuwsblad van het Noorden, 2 november 1915

Nederland was over het algemeen koningsgezind. Gold het koningshuis vroeger als niet zo populair, schreef weekblad De Groene Amsterdammer ‘dat het koningschap behoefte had aan nuttige aanraking met zijn volk’ op 29 maart 1914. Wilhelmina handelde hier ook naar.

Een kritisch geluid
De socialisten streefden naar een arbeidersrepubliek en waren principieel tegen de monarchie. De socialistische kranten schreven daarom een stuk negatiever over de koningin. De Tribune, een sociaal-democratisch weekblad met een sterk anti-monarchistische inslag, schreef vlak voor de oorlog een kritisch artikel over Wilhelmina. De krant noemde haar vaak mevrouw van Mecklenburg-Nassau, in plaats van Hare Majesteit de Koningin — dat was een voor die tijd oneerbiedige manier om over de koningin te spreken. Afkeer voor de monarchie blijkt ook uit het volgende stuk:

Uit: De Tribune, 11 april 1914

Maar de socialistische kranten vormden de uitzondering op de regel. In zijn algemeenheid was de nationale pers de koningin zeer welgezind.

Ingetogen Koninginnedag 1914
Na het uitbreken van de oorlog besloot koningin Wilhelmina in augustus 1914 haar verjaardag te versoberen. Er vonden minder feestelijkheden plaats. Ook kregen de schoolkinderen die dag geen vrij, zoals normaal wel het geval was. Dit alles omdat de koningin het niet gepast vond om haar verjaardag in deze omstandigheden uitbundig te vieren:

Uit: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 20 augustus 1914

Ook in latere oorlogsjaren bleven uitbundige volksfeesten uit. Op Wilhelmina’s verzoek werd alleen de vlag uitgestoken. Op sommige plaatsen werd ter ere van haar verjaardag het plaatselijke carillon bespeeld. Pas in 1919 werden de feestelijkheden op koninginnedag weer hervat. De NRC sprak op 1 september 1919 van ‘den eersten werkelijken Koninginnedag na 1913.

Wilhelmina soldatenkoningin
Om haar betrokkenheid te tonen, ging zij regelmatig op werkbezoek bij de krijgsmacht. Ook pleitte ze voor extra geld voor de landsverdediging. De Tribune noemde haar ironisch: ‘onze geëerbiedigde koningin, die immers een soldatenkind is’ (18 december 1915). In oktober 1914 meldde de Nieuwe Rotterdamsche Courant dat de vorstin bij twee Nederlandse legerkampen en een militair hospitaal op inspectie was gegaan. Samen met prins Hendrik woonde ze een godsdienstoefening bij in een soldatenkamp. Met deze bezoeken probeerde zij haar banden met het leger te versterken.

Wilhelmina inspecteert Nederlandse troepen, uit: Nederland in den oorlogstijd, 1920

Liefdadigheid
Kranten vermeldden regelmatig dat de koningin geld schonk aan liefdadigheidsinstellingen. Daarmee stelde zij een voorbeeld. Op 27 november 1914 doneerde ze vierduizend gulden aan het Nederlandsch Roode Kruis. DeNRC schreef op 11 augustus 1914 over de koningin dat ze onder de indruk waren van de liefdadigheidsacties, ‘die getuig[en] van een hoge menschelijkheid en een innige bezorgdheid voor het welzijn van het volk.’ Ze was ook nauw betrokken bij de oprichting van het Koninklijk Nationaal Steuncomité in augustus 1914. Dit Comité hield als overkoepelend orgaan zicht op de steun die plaatselijke comité’s verleenden aan burgers, die als gevolg van de oorlog werkeloos geworden waren. Wilhelmina werd erevoorzitter van het KNSC. De NRC schreef in oktober 1914 over de steunbetuigingen van de koningin aan de Belgische slachtoffers. Diezelfde maand meldde de krant dat de vorstin bij een plaatselijk Steuncomité kledingstukken uitdeelde.

Bezoeken aan gaarkeukens
De oorlog veroorzaakte in toenemende mate schaarste in Nederland. Er ontstond gebrek aan voedsel en brandstof. In gemeentelijke gaarkeukens konden de armsten voor een klein bedrag een gesponsorde maaltijd krijgen. Wilhelmina was bezorgd om haar volk en bezocht deze gaarkeukens. Het bezoek had als doel de kwaliteit van het voedsel te controleren. Op 13 april 1917 bezocht ze met prins Hendrik de centrale keuken van Rotterdam. DeNRC schreef over dat bezoek dat de koninklijke gasten hun ‘voldoening betuigen over het eten.’ De Tribune schreef cynisch:

Uit: De Tribune, 10 april 1917

Zuinig, maar wél een nieuwe villa
Wilhelmina paste zich aan de oorlogsomstandigheden aan. Zo zat zij ’s avonds met weinig verlichting en verwarming in haar paleis. Dit deed ze omdat ze vond dat luxe tegenover haar volk niet te rechtvaardigen was. Het hofpersoneel telde een aantal officieren, die vanwege de mobilisatie naar hun legeronderdeel moesten. Zij werden niet vervangen door nieuw personeel. In haar memoires schreef Wilhelmina dat haar dagelijkse omgeving nu bestond uit dames en enkele niet-gemobiliseerde officieren. Het werk dat de oorlog met zich meebracht viel Wilhelmina zwaar. Omdat de zeelucht haar goed deed en ze weg wilde uit het grote paleis, besloot ze een buitenhuis aan de kust te laten bouwen, villa De Ruygenhoek. Op de bouw werd door De Tribunecynisch gereageerd: ‘Ter besparing van kolen en kool leeft H.M (…) in drie paleizen terwijl het vierde in aanbouw is’ (9 mei 1917).

Hongerprotesten
Naarmate de oorlog langer duurde en de schaarste toenam, groeide de ontevredenheid onder het volk. Mensen hadden honger. Toen Wilhelmina op 4 april 1917 Amsterdam bezocht, kreeg zij geen warm welkom. De Tribunemeldde dat er massa’s vrouwen op de kade stonden die de koningin uitfloten en riepen om brood voor hun kinderen. ‘En onderwijl ’t mensch zich door lakeien liet wijsmaken, dat er geroepen werd leve dit leve dat, ranselde de politie achter haar rug op die vrouwen in.’

Uit: Nieuwe Tilburgsche Courant, 7 december 1918

Wilhelmina: Holland’s lichtbaak in donkere tijden
Wilhelmina overtuigde in haar rol als betrokken vorstin. Ze was gedurende de oorlog geliefd bij een groot deel van het volk. Dit werd duidelijk bij de massale steunbetuiging op het Malieveld op 18 november 1918, na de mislukte revolutiepoging van Troelstra. De NRC berichtte op 24 december 1918 over een handtekeningenactie om de koningin steun te betuigen. De actie was volgens de krant ‘opnieuw blijkgevend van de hechte band tusschen Nederland en Oranje’. De Tijd, het katholieke dagblad, maakte melding van een kunstwerk met een afbeelding van Wilhelmina. De afbeelding was een geschenk van de firma Vroom & Dreesmann:

Uit: De Tijd 14 december 1918

Paul Moeyes zegt over de rol van Wilhelmina in zijn boek Buiten Schot: ‘Voor Wilhelmina was het een verwezenlijking van een ideaal: niet alleen was ze erin geslaagd de eenheid van het volk tot uitdrukking te brengen, ze was er zelf in geslaagd het symbool te worden.’

Literatuur

Wilhelmina, prinses der Nederlanden: Eenzaam maar niet alleen

Paul Moeyes: Buiten Schot, Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914–1918 (Amsterdam 2001)

Wim Klinkert, Samuël Kruizinga en Paul Moeyes, Nederland Neutraal, De Eerste Wereldoorlog 1914–1918 (Amsterdam 2014)

Meer lezen