De elektrische draadversperring aan de Belgisch-Nederlandse grens tijdens de Eerste Wereldoorlog

In deze blogpost schrijft em. prof. dr. Alex Vanneste van de Universiteit Antwerpen over de Dodendraad, zoals die tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de Belgisch-Nederlandse grens door de Duitse bezetter was opgebouwd. Hij reflecteert ook op andere, soortgelijke afsluitingen in de wereldgeschiedenis en op de huidige vluchtelingencrisis.

De elektrische draadversperring van ruim 350 kilometer lang aan de Belgisch-Nederlandse grens tijdens de Eerste Wereldoorlog is een nauwelijks bekend aspect van de Groote Oorlog, tenzij bij enkele zeldzame historici en historische genootschappen of bewoners van de grensstreek. Met de bouw van deze versperring wilde de Duitse bezetter exfiltratie uit en infiltratie naar België tegengaan. Naar de zin van de Duitsers was het immers veel te druk aan de grens met Nederland. Dat verklaart deze poging om de grens hermetisch af te sluiten met een voor die periode moderne techniek, met name een elektrische spanning van minstens 1500 volt op het hek.

FILM: Alex Vanneste over de onbekendheid van de toenmalige grensbewoners met elektriciteit. Pas op: bevat schokkende beelden. Brave Little Belgium © Canvas 2014

Van bij de aanvang van de oorlog tot aan de Wapenstilstand in 1918 zouden immers honderdduizenden Belgen de wijk nemen naar Nederland, om er te blijven of om door te reizen naar Groot-Brittannië of Frankrijk. Gedurende de hele oorlog zouden tienduizenden Belgische oorlogsvrijwilligers dezelfde weg volgen om aan te sluiten bij het Belgische leger aan het legendarische IJzerfront. Langs dezelfde weg zouden honderdduizenden poststukken bestemd voor frontsoldaten in bezet gebied clandestien over de grens worden gesmokkeld en vice versa naar hun familieleden. Evenveel spionageberichten en -verslagen werden tevens over de grens naar Nederland gesmokkeld ten behoeve van de in Nederland gevestigde intergeallieerde inlichtingendiensten. Daarnaast wilde de bezetter een halt toeroepen aan de intense grenssmokkel van levensmiddelen en kranten uit Nederland én aan de desertie van Duitse militairen.

Doodendraad
Tussen het late voorjaar van 1915 en de zomer van 1916 - tot aan het einde van de oorlog - werd de grens van Knokke tot aan het huidige Drielandenpunt bij Vaals afgesloten met wat in de volksmond de doodendraad werd genoemd. Het driedubbele hek, waarvan de middelste lijn onder spanning stond, werd dag en nacht bewaakt door schietgrage schildwachten en patrouilleurs. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden konden burgers een toelating krijgen om langs welbepaalde doorgangen even naar Nederland te gaan.

FILM: Videoclip uit ‘Brave Little Belgium’ waarin onder andere het ‘passeursraam’ wordt uitgelegd. Brave Little Belgium © Canvas 2014

Ondanks het acute levensgevaar, een strenge bewaking en alarmsystemen bij het hek zou de moordende versperring toch te lijf gegaan worden door vluchtelingen, oorlogsvrijwilligers, deserteurs, smokkelaars van brieven en levensmiddelen en vooral spionnen. De creativiteit van grensbewoners en vooral smokkelaars kende geen grenzen. Al gauw werden verschillende technieken ontwikkeld om te proberen veilig door de versperring te gaan: omkoperij van de grenswachters, het gebruik van het passeursraam, een ton, wollen dekens, een polsstok, ladders, een houten fietsvelg, rubberen kledij, gigantische tangen om de draad door te knippen, enzovoort. Zo slaagden duizenden erin om alle mogelijke verzetsactiviteiten verder doorgang te kunnen doen vinden. Maar onvoorzichtigheid, de alertheid van de grensbewakers, het niet vertrouwd zijn met elektriciteit of regelrechte vuurgevechten bij de draad maakten ook ongeveer 1.200 dodelijke slachtoffers bij de verzetslieden, smokkelaars, deserteurs, Duitse militairen en ook Nederlandse grensbewoners en smokkelaars.

Bron: Spaarnestad Photo

Actuele versperringen
In de wereldgeschiedenis zijn er minstens vijftig gelijkaardige afsluitingen te vinden: muren, wallen, hekken… Van de Chinese of de Berlijnse muur tot de nog bestaande bufferzone tussen Noord- en Zuid-Korea; van de Muur van Hadrianus tot de actuele muren in Israël en/of de Palestijnse gebieden; van de afsluiting tussen de Verenigde Staten en Mexico tot, jawel, de huidige afsluitingen in Oost-Europa en de Balkan om vluchtelingen tegen te houden. Het zijn allemaal, stuk voor stuk, tekenen van onmacht om met ‘de anderen’ om te gaan, tekenen van uitsluiting of opsluiting — in feite van onmacht tot communicatie. Geen van die afsluitingen heeft overigens tot een definitieve oplossing van problemen geleid. De meeste zijn verdwenen, herleid tot ruïnes of gewoon gesloopt. Dat soort muren of afsluitingen houdt nooit stand. Vroeg of laat heeft de tijd die wonden in het landschap en in de geschiedenis geheeld, niet altijd zonder goed zichtbare materiële of menselijke littekens. Alleen duurt het soms lang — veel te lang — alvorens de mens tot het inzicht komt hoe zinloos en nutteloos dergelijke barrières zijn.

Laten we die geschiedenis dan ook vertellen, in de hoop dat wie wil luisteren er misschien iets zou kunnen van opsteken en …. dat er meer bruggen worden gebouwd.

Alex Vanneste is Emeritus professor doctor sociolinguïstiek aan de Universiteit Antwerpen. Hij is erevoorzitter van de Raad van Bestuur aan de Universiteit Antwerpen, afgevaardigd bestuurder en voorzitter van de Raad van Bestuur UCSIA (Universitair Centrum Sint Ignatius Antwerpen), en voorzitter Raad van Bestuur KOBA vzw (Katholiek Onderwijs Bisdom Antwerpen).