door Hans Vermeer

Mijn grootvader ontvluchtte in 1914 Antwerpen, samen met zijn moeder en twee broers. Zij werden in het zuiden van ons land opgevangen en zijn daar blijven wonen. Een stukje familiegeschiedenis dat misschien mijn liefde voor Antwerpen en mijn interesse voor WOI kan verklaren.

Sinds een tiental jaren woon ik in België (waar ik regelmatig de Westhoek bezoek) maar ik werk nog steeds in Nederland als educatief ontwikkelaar voor het basisonderwijs. Waardoor het toeval wil dat ik elke dag aan de Groote Oorlog herinnerd word doordat ik op weg naar mijn werk een gerestaureerd gedeelte van de dodendraad passeer. Ik ben dus vanuit meerdere fronten besmet met het WOI-virus…. en toch…. op een dag in het eerste jaar dat ik in België woonde, reed ik tot mijn verbazing vanuit mijn woonplaats over verlaten wegen door verlaten dorpen naar mijn werk en begreep niet wat de reden van die stilte kon zijn. Na het oversteken van de grens bleek de situatie op de Nederlandse wegen bovendien druk als vanouds waardoor mijn verbazing alleen maar toenam. Het muntje viel pas toen ik op mijn werk de datum controleerde: 11 november. Wapenstilstandsdag!

Bron: Duitsland Instituut

Deze simpele ervaring maakte mij weer eens bewust van de verschillen in beleving in twee nauw verwante buurlanden als het gaat om misschien wel de meest ingrijpende gebeurtenis van de laatste eeuw. En drukte me weer eens met de neus op de vraag waarom geschiedenisonderwijs zo vaak stopt bij de landsgrenzen, zeker als het gaat om een onderwerp als WOI.

In Nederland komt dit onderwerp er in de bestaande geschiedenismethodes meestal bekaaid van af (zie voorbeeld). De canon voor ons geschiedenisonderwijs richt zich immers op items waarin internationale historische items een plek krijgen in zoverre ze invloed hebben op het eigen verleden. Dus richt het onderwijs zich wat WOI betreft bijvoorbeeld heel sterk op de opvang van de Belgische vluchtelingen.

Canonpresentatie bij het Openluchtmuseum van de Eerste Wereldoorlog in Nederland

Bron: Nederlands Openluchtmuseum

In een land als België heeft dit onderwerp binnen het onderwijs natuurlijk een veel prominentere plek. Maar ook daar valt dit thema ten prooi aan een vorm van geschiedschrijving die je nationaal gericht zou kunnen noemen (zie voorbeeld).

Wat gechargeerd gezegd heeft het geschiedenisonderwijs volgens mij nog steeds veel trekken van de vaderlandse geschiedenis van vroeger die het doel had om de eigen natie in het zonnetje te zetten en soms zelfs neigde naar borstklopperij. Dit kreeg in ons land enkele jaren geleden bijna zijn beslag in de oprichting van een Nationaal Historisch Museum. En ik ben bang dat deze visie op geschiedenisonderwijs eerder meer dan minder aandacht gaat krijgen als we kijken naar het opkomende populisme dat misschien in veel Europese landen een weerslag gaat krijgen in het politieke bestel.

Belgische vluchtelingen op het Damrak in Amsterdam.

Bron: Stadsarchief Amsterdam

Het mag duidelijk zijn dat het geschiedenisonderwijs daar wat mij betreft wat tegenwicht aan zou mogen geven en met name Europa wat centraler zou mogen stellen. Dat zou kunnen leiden tot meer kennis over elkaars historische pijnpunten en gevoeligheden en kan misschien tot meer begrip leiden voor elkaars standpunten in allerlei internationale conflictsituaties van nu. Natuurlijk herhaalt de geschiedenis zich nooit op dezelfde wijze. Maar dat wil niet zeggen dat we het verleden niet als spiegel kunnen gebruiken voor het heden. Waarbij ik de hoop uitspreek dat leerlingen die wat uitgebreider kennis maken met WOI en zien hoe ons land in 1914 omging met bijna een miljoen Belgische vluchtelingen (zoals mijn grootvader) zich zullen gaan verbazen over de hedendaagse gestreste situatie rondom de opvang van enkele tienduizenden Syrische vluchtelingen….

Hans Vermeer schrijft regelmatig bijdragen voor VGN Kleio, het vakblad voor docenten geschiedenis en staatsinrichting.