De Eerste Wereldoorlog lijkt in Nederland een ondergeschikte plaats in te nemen. In deze longread schrijft Kees Ribbens over de rol van de Eerste Wereldoorlog in Nederlandse herinneringscultuur.

De buste van Keizer Wilhelm II bij Museum Huis Doorn

door prof. dr. Kees Ribbens (NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies/Erasmus Universiteit Rotterdam)

Eerste en Tweede wereldoorlog

Afgelopen weekend moest ik boodschappen doen. Ik ging naar de Albert Heijn en omdat mijn dochtertje mee was gingen we na het bijeenzoeken van de boodschappen ook nog naar het tijdschriftenrek. Het zal waarschijnlijk geen verbazing wekken dat ook in deze supermarkt de Eerste Wereldoorlog aanwezig was. Het tijdschrift (Alles over) Royals bevatte een artikel over Wilhelm II, de laatste Duitse keizer. De redacteur of vormgever die de koppen heeft bedacht, kon het blijkbaar niet nalaten om ook Adolf Hitler onder de aandacht te brengen - terwijl het artikel toch meer een algemeen overzicht biedt van Wilhelms ballingschap in Nederland, die hij grotendeels in Doorn doorbracht (zie foto onder). De koppeling die op deze wijze door een anonieme koppenmaker gemaakt wordt tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog door Wilhelm en Adolf samen te nemen, is illustratief voor de Nederlandse omgang met de eerstgenoemde oorlog – zo wil ik hier betogen.

De cover van het blad 'Alles over royals'. Bron: auteur

Eerste wereldoorlog in nederland

Al met al is de Eerste Wereldoorlog niet onbekend in Nederland. Met fris elan wordt in recente jaren vol energie geprobeerd om de Eerste Wereldoorlog onder aandacht van het Nederlandse publiek te brengen, bijvoorbeeld door historiografische publicaties. Ook in populaire cultuur komt de Eerste Wereldoorlog voor. Een van de minder bekende varianten is de game Verdun 1914-1918 die commercieel gezien tot een internationaal succes is uitgegroeid.

Trailer van de game Verdun 1914-1918.

Behalve op het scherm werd de oorlog ook in het theater tot leven gebracht, waarbij Joop van den Ende zich heeft ingezet om de Britse productie War Horse naar Nederland te halen. Ook op literair vlak krijgt de Eerste Wereldoorlog aandacht: in 2013 publiceerde Stefan Hertmans de roman Oorlog en Terpentijn over zijn grootvader, die in de Eerste Wereldoorlog vocht.

Onderwijs

De Eerste Wereldoorlog is daarnaast sinds jaar en dag opgenomen in de schoolboeken en het conflict vormt een venster in de Nederlandse canon. Maar, de Eerste Wereldoorlog wordt nog altijd nauwelijks beschouwd als Nederlandse geschiedenis. De Grote Oorlog wordt niet gezien als een verleden dat integraal en volwaardig deel uit maakt van ‘ons’ collectieve geheugen. Het is niet ‘onze’ oorlog, het is de oorlog van een ander.

Dat blijkt ook uit de antwoorden die Nederlanders in 2013 gaven op de vraag in welke mate ze het belangrijk vonden dat de Eerste Wereldoorlog herdacht werd. Op een schaal van 1 tot 10 bleek het gemiddelde slechts een zesje te zijn. Alle andere landen die in dit Vlaamse onderzoek werd bestudeerd scoorden hoger.

Het onderzoek uit 2013. Nederland staat helemaal rechts.

Oorlogsbeleving

In Nederland beleven we de Eerste Wereldoorlog anders dan in België. Stefan Hertmans schrijft over zijn grootvader dat deze "steeds dieper in de loopgraven van zijn herinnering leefde".*  Verderop in het boek schrijft hij over de tijdrekening van zijn grootvader: "er werd gerekend met 'dat was voor de grooten oorlog' of 'dat was al jaren na de grooten oorlog'. Over de Tweede Wereldoorlog werd niet veel gezegd […]".*

Interview met Stefan Hertmans door Arnon Grunberg over de Eerste Wereldoorlog.

Dit laatste is een sterk voorbeeld van de breuk die – in elk geval voor een bepaalde generatie - collectief werd ervaren. Dit is een breuk waarover wij als Nederlanders kunnen lezen maar die wij doorgaans niet in ‘14-‘18 plaatsen, maar juist in ‘40-‘45. Nederlanders en Vlamingen delen een taal, maar we delen niet vanzelfsprekend de geschiedenis of de manier van toe-eigening van bepaalde geschiedenis. De Eerste Wereldoorlog is hier een voorbeeld van. In de collectieve herinnering van Nederland en België wordt de Eerste Wereldoorlog heel anders beleefd. Dit laat de grote rol van het nationale kader zien in het collectieve geheugen.

De cover van 'Oorlog en Terpentijn'

Klaproosdag

Dat wil overigens niet zeggen dat er geen overeenkomsten zijn tussen WO1-gerelateerde herinneringen in Nederland, België en, bijvoorbeeld, Engeland. Maar de invulling die eraan wordt gegeven is niet vanzelfsprekend hetzelfde. Ter illustratie grijp ik terug op de poppies, de klaprozen. De klaprozen zijn hét symbool van de Eerste Wereldoorlog.

Toen we in Nederland na 1945 zochten naar een vormentaal voor het herdenken (en duiden) van de recente oorlogservaringen leek de poppie aanvankelijk dan ook een voor de hand liggend voorbeeld. In de tweede helft van de jaren veertig werd de jaarlijkse dag van het oorlogsgraf aangeduid als klaproosdag. Maar hoewel dit aandachtsmoment voor gesneuvelden nota bene plaatsvond rond 11 november, de dag van de wapenstilstand in 1918, ontbraken expliciete associaties met die eerdere wereldoorlog. Uiteindelijk vond Klaproosdag tegen 1970 een roemloos einde, al zal dat grotendeels los hebben gestaan van de Eerste Wereldoorlog. Bruggetjes die van de Tweede Wereldoorlog werden gelegd naar de Eerste Wereldoorlog waren in Nederland schaars. Daarvoor stond de Eerste Wereldoorlog al te zeer in de schaduw van de Tweede Wereldoorlog.

Een poster voor Klaproosdag.

politics of memory

Toch is het interessant om te kijken of een begrip als ‘de loopgraven van de herinnering’ niet alleen betrekking heeft op het individuele geheugen, maar om te zien of het op collectief niveau en nationaal niveau een rol speelt. Is er in Nederland sprake van noemenswaardige politics of memory met betrekking tot de Eerste Wereldoorlog? Het antwoord daarop leest u in mijn bijdrage voor de Low Countries Historical Review. Ik heb ik mij hier gericht op recente politics of memory in de enge zin van het woord.

huis doorn

Wanneer we ons beperken tot herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog, waarbij de Nederlandse overheid en de Nederlandse politiek een positie inneemt en een sturende rol speelt, komen we al snel uit op Huis Doorn. Deze plek is door de overheid bestempeld als lieu de mémoire van de Eerste Wereldoorlog. Sinds enkele jaren huisvest Huis Doorn een expositiepaviljoen met een goedgevulde tentoonstelling over Nederland & de Eerste Wereldoorlog.

De wordingsgeschiedenis van dit fysieke WO1-punt is echter niet zonder slag of stoot verlopen. Het beeld dat de recente geschiedenis van de ontwikkelingen rond Huis Doorn laat zien doet sterk denken aan een jojo. Ik zal hier niet ingaan op alle afzonderlijke ontwikkelingen die de bestaanszekerheid van Huis Doorn hebben aangetast. Ik wil er echter wel op wijzen dat de discussie over de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog en Nederland hier een rode draad vormt. Deze discussie is onlangs opnieuw beslecht met het besluit van minister Bussemaker om Huis Doorn in tweede instantie toch de gevraagde rijkssubsidie te verstrekken. Daarmee ondersteunt de Nederlandse regering het belang om de herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog levend te houden.

Huis Doorn

herinneringscultuur

Tegelijkertijd moeten we constateren dat de mate van politiek enthousiasme voor het herdenken voor de Eerste Wereldoorlog bescheiden is. Nederland toont weinig bereidheid om samen met andere landen ‘14-‘18 te herdenken. Dit komt wellicht voort uit een zekere angst om Europese geschiedenis in plaats van Nederlandse geschiedenis te promoten. De belangrijkste reden voor de omzichtigheid waarmee de overheid Nederlandse initiatieven rondom de Eerste Wereldoorlog behandelt, is de hardnekkige overtuiging dat de toenmalige militaire neutraliteit ook betekend zou hebben dat Nederland geen gevolgen van de Eerste Wereldoorlog ervaren heeft. Die misvatting isoleert de Nederlandse geschiedenis van de internationale ontwikkelingen en heeft er vervolgens aan bijgedragen dat de Tweede Wereldoorlog prominent is geworden in de Nederlandse herinneringscultuur. De Tweede Wereldoorlog staat in de Nederlandse collectieve herinnering – om het maar even ongenuanceerd uit te drukken – met stip op 1. Dat wordt niet veranderd door het recente herdenkingsoffensief rond de Eerste Wereldoorlog.

nationale grenzen

Dit verklaart waarom Wilhelm voor de bladenmaker van vandaag in de schaduw staat van Hitler, zoals ook de Eerste Wereldoorlog in de schaduw zal blijven staan van de Tweede Wereldoorlog. De bekendheid van de Grote Oorlog, en daarmee de vertrouwdheid ermee, nemen toe maar de toe-eigening blijft sterk aan nationale grenzen gebonden.

*Stefan Hertmans, Oorlog en terpentijn (Amsterdam 2013) p.25/130

Prinses Beatrix loopt langs een foto van haar grootmoeder Wilhelmina, gemaakt tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Prof. dr. Kees Ribbens onderzoeker bij het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en is hoogleraar aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.