Fort bezuiden Spaarndam

In Amsterdam zelf zijn verscheidene tastbare herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog te vinden. De hoofdstad vormde destijds de kern van de Stelling van Amsterdam. Deze honderdtweeëndertig kilometer lange verdedigingslinie, die als een ring om Amsterdam lag, ontleende haar defensieve kracht aan een aaneengesloten geheel van terreinen die onder water gezet konden worden. De 42 forten werden tussen 1880 en 1914 gebouwd. Aan de zuidoost kant viel de stelling lange tijd samen met het meest noordelijke deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hier liggen ook de vestingen Weesp en Muiden. In de stelling zijn tal van kleinere objecten bewaard gebleven zoals kruithuizen, onderkomens, fortwachterswoningen, loodsen, sluizen en duikers. In 1996 plaatste de UNESCO deze unieke linie op de werelderfgoedlijst.

Nevenbatterij ten Zuiden van Fort Veldhuis

Tijdens de mobilisatie werden in het stellinggebied diverse veldversterkingen gebouwd die, opvallend genoeg, alle in het westelijk deel van de stelling liggen: de sector Sloten. Ze worden hier kort beschreven. In de vóórpositie Cruquius, in de Haarlemmermeer werd ten behoeve van het veldleger in 1915 een opnamestelling aangelegd. Volgens de toen geldende militaire doctrine diende het veldleger zich tijdig terug te trekken binnen de Stelling van Amsterdam om het ‘hart des lands’ te verdedigen. Er zijn acht schuilplaatsen uit 1916 te zien van versterkt beton. Zij zijn daarmee de oudste in Nederland. Ook het fort Vijfhuizen, grenzend aan deze positie werd versterkt met betonnen schuilplaatsen. In dit deel van de stelling bevindt zich ook de positie te Spaarndam. Deze ondiepe strook werd tijdens de Eerste Wereldoorlog versterkt met een verdedigingslinie bestaande uit loopgraven en in 1918 met betonnen schuilplaatsen. Op een aantal forten werden voorzieningen getroffen voor het plaatsen van zoeklichten en later ook voor plaatsing van luchtdoelgeschut. Fort Spijkerboor, ten noorden van Amsterdam had een speciale bestemming: het was militair huis van bewaring waar vooral dienstweigeraars werden opgesloten.

Door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog opgeblazen geschutskoepel of het Fort bij Marken-Binnen.

Bij aanvang van de mobilisatie in 1914 werd de bezetting van de Stelling van Amsterdam gevormd door circa 10.000 man, hoofdzakelijk bestaande uit landweer-infanterie en vestingartillerie. Gedurende de mobilisatie werd steeds meer verlof toegekend maar een vaste kern bleef altijd op en rond de forten. Veel materieel uit de stelling, zoals geschut, kleding, geweren etc. werd gedurende de mobilisatie gebruikt om het veldleger te bevoorraden.

Stelling van Amsterdam

Bron

  • Kant, Peter, e.a.,De Stelling van Amsterdam: vestingwerken rond de hoofdstad. Beetsterzwaag, z.j.
  • Vesters, Paul, (red.), De Stelling van Amsterdam: harnas voor de hoofdstad. Utrecht 2003.

 Ga naar de website van de Stelling van Amsterdam

Meer informatie Stelling van Amsterdam

Bron tekst

De tekst is afkomstig uit de publicatie Tastbare herinneringen 1914-1918. Uitgave: Western Front Association Nederland , 2008 Samenstellers: Marius van Leeuwen, Alfred Staarman.

Foto's: Marius van Leeuwen

Zie ook