Simon Zuidema

Simon Zuidema

Simon Zuidema wordt op twee december 1878 geboren in het Groningse Haren. Over zijn leven in Nederland is weinig bekend. Hij verkast op een gegeven moment naar Calgary in Canada, waar hij werkt vindt als slager in een vleesfabriek. Mogelijk is hij zijn jongere halfbroer Levie Zuidema achterna gegaan, die woont en werkt in Calgary. Zijn vader Jacob Zuidema is een Joodse koopman met een mentaal zwak gestel die is getrouwd met Hanna. Het stel krijgt acht kinderen.

Simon Zuidema meldt zich aan als oorlogsvrijwilliger op 20 juni 1916 in het Canadese Calgary. De Groninger wordt mogelijk op verzoek toegevoegd aan dezelfde eenheid, waar de 27-jarige Levie Zuidema sinds september 1914 in dient: het 10de Canadese infanteriebataljon. De beide broers zeggen op hun aanmeldformulier voor het leger de dienstplicht in Nederland te hebben vervuld, maar in de militieregisters is daar niets van terug te vinden.

Grimmige en ongeorganiseerde gevechten

Op 28 april 1917 neemt het 10de bataljon deel aan de verovering van een sterk loopgravenstelsel voor het Franse dorpje Arleux-en-Gohelle. Op 27 april om middernacht vallen het 5de, 8ste en 10de infanteriebataljon van de Canadezen over open terrein het als onneembaar geachte bolwerk aan. Met grote verliezen drijven de Canadezen de Duitsers uit hun bunkers, mitrailleurposten en in beton gegoten schuilplaatsen. De gevechten zijn grimmig en ongeorganiseerd; het zijn kleine groepjes, soms individuen, die Arleux schonen van vijanden en het bos achter het dorp veroveren.

De eenheid waarin de broers Zuidema dienen bereikt tijdens de zware gevechten - ten koste van 374 doden, gewonden en vermisten - de gestelde doelen. Simon wordt kort na de gevechten als vermist opgegeven. Het Canadese Rode Kruis doet navraag bij de compagnie waarin hij diende. Een soldaat met de naam John William Gallenkamp zegt dat hij via via heeft gehoord dat Simon na het sein tot aanvallen uit de loopgraaf kwam en direct uit het zicht verdween. Simon Zuidema is bijgeschreven op Vimy Memorial in Noord-Frankrijk.

De moeder van Simon, Hanna Zuidema, correspondeert met de Canadese autoriteiten over een oorlogspensioen, waarop zij meent recht te hebben. Ze heeft geen inkomsten omdat haar man wordt verpleegd in een gesticht in Apeldoorn. Geen van haar kinderen verdient genoeg om hun moeder te kunnen onderhouden. Alleen Simon en Levi maakten maandelijks een deel van hun soldij naar Nederland over.

Sobibor en Auschwitz

In 1927, tien jaar na het overlijden van Simon en zes jaar na het overlijden van haar echtgenoot Jacob in het gesticht in 1921, kent de Canadese regering Hanna toch een oorlogspensioen toe. Ze trouwt dan met Mozes Meijer uit Oude Pekela, die in 1942 in het concentratiekamp Auschwitz overlijdt. Hanna verliest in de Tweede Wereldoorlog naast haar man ook twee kinderen in de concentratiekampen Sobibor en Auschwitz.

Levie Zuidema, de halfbroer van Simon, overleeft de oorlog ondanks dat hij twee keer gewond raakt. Hij wordt in 1916 in Londen door Koning George V onderscheiden met een Distinguished Conduct Medal voor getoonde moed tijdens een nachtelijke overval op een Duitse loopgraaf en gepromoveerd tot korporaal. Hij keert na de oorlog terug naar Canada en overlijdt in 1967.