Jules Hedeman

Jules Hedeman ziet in 1869 het levenslicht in Almelo en groeit op in Twente. Over zijn jonge jaren is weinig bekend. Jules was de zoon van een eigenaar van een textielfabriek in Almelo. Op zeventienjarige leeftijd vertrekt hij naar Zuid-Afrika voor zaken, maar uiteindelijk eindigt hij in Londen als verslaggever voor de Franse kranten Le Siècle en Le Matin. In februari 1904 heeft hij onder andere de primeur met de uitbraak van de Russisch-Japanse oorlog.

Journalist in Parijs

Hedeman vertrekt naar Parijs, waar hij werkt als chef van de buitenlandredactie van Le Matin en als correspondent voor de New York Times. Hij groeit daar uit tot een bekend politiek journalist in Europa, volgens de New York Times mogelijk zelfs de best betaalde. Door zijn faam in de journalistiek en politiek schuift Hedeman aan bij staatshoofden en andere belangrijke personen uit die tijd, zoals de Amerikaanse president Roosevelt en de oliebaron Rockefeller. Naar verluidt is Hedeman ook een goede kennis van de Franse president Raymond Poincaré.

In 1912 wordt hij voor zijn journalistieke werk onderscheiden met een hoge Franse onderscheiding: een Legion d'Honneur. Een jaar eerder had Hedeman zich al laten naturaliseren tot Frans staatsburger.

Uitbraak van de Eerste Wereldoorlog

Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, bevindt de 45-jarige Hedeman zich in Duitsland. Op basis van gesprekken die hij voert met diplomaten en regeringsfunctionarissen in Berlijn houdt hij tot 28 juli - de dag dat Oostenrijk-Hongarjie de oorlog aan Servië verklaart - vol dat er geen oorlog zal komen. Het is de grootste miskleun in zijn journalistieke carrière en mogelijk ook de reden dat hij zijn typemachine verruilt voor een geweer en uniform.

Jules Hedeman bij een bunker

Hedeman als soldaat

Als de oorlog uitbreekt, ontsnapt Hedeman – een Frans staatsburger - aan internering. Terug in Frankrijk meldt hij zich aan als vrijwilliger voor het leger. Hedeman hoeft gezien zijn leeftijd (45) en status niet te dienen in het leger. Een voorkeursbehandeling wil hij echter niet en vanaf augustus 1914 dient hij als soldaat in het 19de Régiment d’Infanterie Territoriale, gevolgd door het 90ste Régiment d’Infanterie territoriale. Vanaf november 1915 dient hij in het 321ste Regiment Infanterie en vanaf juni 1916 is hij onderdeel van de 133ste infanteriedivisie.

Volgens de New York Times verricht Hedeman ettelijke heldendaden in de oorlog. Het is echter onduidelijk wat daarmee wordt bedoeld. Tijdens verlof in Parijs wordt hem een belangrijke positie aangeboden bij het Franse bureau voor propaganda. Hedeman slaat het aanbod echter af, en keert terug naar de loopgraven.

Hedeman poseert voor een bunker

Overlijden

Op 8 juni 1916 sneuvelt de 46-jarige Hedeman in de rang van luitenant tijdens de slag om Verdun. Hij bevindt zich op dat moment bij Damloup, een vooruitgestoken batterij bij fort Vaux. Het is een plek waar in juni intens om wordt gevochten tussen Fransen en Duitsers. Om zes uur in de ochtend krijgt Hedeman de order tot het uitvoeren van een uiterst gevaarlijke manoeuvre. Aan het hoofd van zijn groep wordt hij gedood door een schot in het hart, juist als ze het aangegeven punt bereiken.

Zijn overlijden wordt op 15 juni 1916 groot gebracht door de New York Times en The Guardian. Hedeman is bijgezet in een massagraf bij Verdun. Zijn naam is bijgeschreven in het Panthéon in Parijs, samen met 545 andere gesneuvelde schrijvers en journalisten uit de Eerste Wereldoorlog. Onderzoeker Nico van der Woude heeft een boek geschreven over Jules Hedeman, getiteld Poilu Hedeman, Jules.