Henry John de Voogd

Henry John de Voogd

Eind 1862 monstert de 19-jarige Nederlander Henry de Voogd uit Hellevoetsluis in Rotterdam aan op de Jan van Schaffelaar, een Nederlands schip met als bestemming Australië. De Voogd wil zijn geluk beproeven in Australië. Hij vestigt zich in Eaglehawk, Victoria, waar de goudkoorts heerst. Henry gaat als mijnwerker aan de slag en trouwt er met de 16-jarige Mary Ann Hamilton. Het stel krijgt vijf jongens en vijf meisjes. In 1901 laat hij zich naturaliseren tot Brits onderdaan.

De oudste zoon van het stel is Henry John de Voogd, die in juli 1883 wordt geboren in Eaglehawk. Henry John bezoekt tot zijn twaalfde jaar het plaatselijke schooltje. Net als zijn vader werkt hij in de mijnen. Hij blinkt uit in rugby en hij speelt een muziekinstrument.

In dienst

Rond de eeuwwisseling is de goudmijnindustrie in Bendigo over haar hoogtepunt heen en voor veel gezinnen dreigt armoede. Henry besluit zijn geluk elders te beproeven. Het gezin vertrekt naar het westen van Australië, waar nieuwe goudaders zijn ontdekt. Een nieuwe stad ontstaat: Kalgoorlie. De mijnaders zijn bekend als de Golden Mile.

Op 10 februari 1916 neemt de dan 32-jarige Henry John de Voogd dienst in het Australische leger in Blackboy Hill, West-Australië. Hij krijgt zijn opleiding in het kamp bij Blackboy Hill. Daarna scheept De Voogd op 17 april 1916 in op de H.M.A.T. Aeneas in het West-Australische stadje Fremantle. Op 16 juni 1916 arriveert hij in het Engelse Plymouth. Vanuit Groot-Brittannië vertrekt De Voogd naar het front in Noord-Frankrijk, waar hij in augustus 1916 in de gelederen wordt opgenomen van het 51ste infanteriebataljon. Door zijn muzikale talent verovert hij een plaatsje in de band van het bataljon.

Voor de Krijgsraad

In september 1916 raakt hij tijdens de slag aan de Somme gewond. Een kogel doorboort zijn pols en De Voogd belandt in het hospitaal. De wond geneest snel en medio november 1916 wordt hij weer toegevoegd aan zijn eenheid. Eind december 1916 staat de Voogd voor de krijgsraad: op 21 december heeft hij aan het front bij Longueval een bevel van een Brits officier genegeerd. Als de officier hem beveelt te helpen zegt de Voogd botweg: neen, ik ben al bezig met ander werk. De krijgsraad veroordeelt hem tot twee jaar celstraf met dwangarbeid. De straf wordt echter uitgesteld. De Voogd keert terug naar zijn eenheid.

Op 19 februari 1917 belandt De Voogd wegens ziekte in ziekenhuizen in Frankrijk en Engeland. Zijn ziekbed duurt langer dan verwacht, maar over de duur van de oorlog maakt hij zich weinig illusies. Volgens een brief naar huis: “Ik ben blij opnieuw te kunnen zeggen dat ik in de beste gezondheid verkeer en in Engeland ben. Ik had wat geluk door een nieuwe zending naar Frankrijk te missen. Ik werd onderzocht en ondergebracht in een lichting versterkingen om naar het oude bataljon terug te keren, maar ze lieten vier van ons uit. Er werd gezegd dat het een brigadebevel was om niemand van de staf te sturen, want de muziekgroep behoort tot de staf, dus was ik bij de gelukkigen.”

Tien dagen later moet ook De Voogd naar het front. Op twaalf oktober 1917 gaan de troepen van de vierde Australische divisie in de aanval ten zuiden van Passendale, waar de apotheose gaande is van de derde slag om Ieper in Vlaanderen. Het 51ste bataljon lost in de avond een eenheid af in de vuurlinie. Compagnie C, waarin De Voogd dient, verdwaalt in het donker en krijgt een lading granaten over zich uitgestort. Vermoedelijk komt de Australische Hollander hierbij om het leven.

Verkeerde naam

Pas in juli 1920 wordt zijn lichaam teruggevonden op circa 200 meter ten noorden van de weg Zonnebeke-Broodseinde en 200 meter ten westen van de weg Broodseinde-Passendale. De stoffelijke resten van De Voogd zijn overgebracht naar Tyne Cot Cemetery. Een houten kruis met de verkeerde naam wordt op zijn graf gezet: De Noogd. Tegenwoordig staat de juiste naam op de grafsteen, die opvalt door het ontbreken van een religieus symbool.