Frederik van Riemsdijk
Frederik van Riemsdijk
© Huygens ING - Den Haag. Bronvermelding: H.J. Hazewinkel, 'Riemsdijk, jhr. Frederik Lodewijk van (1890-1955)', in Biografisch Woordenboek van Nederland.
Frederik van Riemsdijk
Jonkheer Frederik Lodewijk van Riemsdijk, ´Freddy´ voor vrienden, wordt op 14 mei 1890 in Utrecht geboren als de op één na jongste zoon uit een gezin van vijf kinderen. Zijn vader Johan Cornelis Marius van Riemsdijk is diensthoofd bij de Staatsspoorwegen en zijn moeder is Cécile Cornélie barones de Kock. Op jeugdige leeftijd begeeft Freddy zich naar Frankrijk om zich te bekwamen als kunstschilder.
In augustus 1909 bezoekt hij de Grande Semaine d'Aviation de Champagne te Reims, de eerste grote luchtvaartbijeenkomst in de geschiedenis, waaraan de luchtvaartpioniers van die tijd deelnemen. Het maakt enorme indruk op hem. “Ik zag dat ding dat men aeroplaan noemde in volle pracht in de lucht. Negentien jaar was ik en die leeftijd maakte het mogelijk dat die ene aanblik al mijn schilderambities terzijde vaagde en ik nog maar één levensdoel overhield: zo gauw mogelijk een vliegtuig te bezitten.”
Erfdeel
Om deze droom te verwezenlijken stelt zijn moeder - zijn vader had hij op vijfjarige leeftijd verloren - hem zijn erfdeel ter beschikking. Van Riemsdijk reist naar de Verenigde Staten en koopt voor 5.000 dollar een tweedekker. Eind 1909 maakt Van Riemsdijk zijn eerste vluchten, waarbij hij enkele meters boven de grond komt. Op 8 maart 1910 wordt hem het brevet no. 34 van de Aéro-Club de France uitgereikt. Daarmee is Van Riemsdijk de eerste gebrevetteerde Nederlandse vlieger.
Na terugkeer in Frankrijk schrijft Van Riemsdijk zich in voor verscheidene vliegmeetings, waarbij hij meermaals in de prijzen valt. De verdiensten aan prijzengeld wegen echter niet op tegen de kosten van het vliegen. Van Riemsdijk verkoopt zijn vliegtuig en besluit te gaan schilderen. Hij vestigt zich in Parijs.
Afgekeurd
Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, meldt hij zich aan als oorlogsvrijwilliger in de Franse hoofdstad. In de rang van soldaat der tweede klasse wordt hij ingedeeld bij de Deuxième Groupe d'Aviation. Na een korte opleiding komt hij terecht bij de luchttroepen die Parijs moeten verdedigen en neemt hij in 1914 deel aan de Slag aan de Marne. Vanwege een zware longontsteking wordt hij enige tijd later echter alweer afgekeurd.
Van Riemsdijk wijdt zich de rest van zijn leven aan de schilderkunst. En al zijn zijn prestaties op dit terrein onopvallend, hij is een veelgevraagd portretschilder. In 1926 trouwt hij Alice Aglaé Josse, een huwelijk dat kinderloos blijft. Hij blijft in Frankrijk wonen en maakt enkele grote reizen, onder meer naar de Verenigde Staten en Nederlands-Indië. Geruime tijd woont hij in Zuid-Frankrijk, waar zijn huis bij de geallieerde invasie in 1944 wordt vernield. Na de oorlog woont en schildert hij in villa 'Hiawatha' te Bandol nabij Toulon. Later vestigt hij zich weer in Parijs. Hier zal hij op 17 maart 1955 op 64-jarige leeftijd overlijden.